donderdag 22 oktober 2020

9. OP VERKENNING

 Ze bleven een aantal dagen op deze plek maar toen begon iedereen toch weer onrustig te worden. De kleine was inmiddels wat groter en sterker geworden. Hij probeerde dapper grote stappen te nemen maar dan viel hij weer over zijn grote voeten. Iedereen schoot dan in de lach. Zelfs de serieuze pinguïn moest lachen. Daar werd iedereen stil van want ze hadden hem nog nooit horen lachen. Zelfs glimlachen deed hij maar zelden.

Het was zo gezellig met zo’n kleintje erbij.
Toch moest er wat gebeuren.
Ze gingen naar de leider en vroegen wat het plan was.

“Het plan?” zei de leider en hij aarzelde en keek heel bedenkelijk.
“We gaan gewoon weer op weg” zei hij resoluut. Laat iedereen zich gereed maken.

“Waar gaan we eigenlijk heen” vroeg de puber.
“Nou eh,   ik denk,   eh,   als we eens naar het noorden liepen?”

“Maar waarheen dan” vroeg de puber weer.
Het werd doodstil in de groep.  Iedereen had zich weleens afgevraagd waar ze nu eigenlijk op weg naar toe waren maar niemand had de vraag durven stellen.

“Heb je een adres of een postcode?” vroeg de puber, “dan vind we het wel hoor”.
“We kunnen toch gewoon hier blijven”, zei het jonge stel. Wij vinden het hier fijn.

Maar ja, zij waren dan ook de enige met een dak boven hun hoofd.
“Wij gaan wel op verkenning uit” zeiden de vrijgezellen. Zij waren wel weer aan wat avontuur toe.    

         

 “Ga je mee, puber”, vroegen ze.
“Ik wil liever bij de kleine blijven” zei de puber. 

“Dan ga ik wel mee,” zei de serieuze pinguïn. De vrijgezellen keken elkaar aan. Daar hadden ze niet op gerekend.  Maar ze konden er ook niet onderuit. Dus gingen ze op pad.

Ze bleven lang weg.

De leider en zijn assistent waren al fluisterend aan het overleggen of ze de volgende ochtend weg zouden gaan. Het werd kouder en ze hadden toch echt beter onderdak nodig.
Ondertussen begon de groep herinneringen op te halen aan het huis in het bos. Hoe fijn het daar was en hoe lekker ze daar konden zwemmen. Zouden ze daarheen terug gaan? Maar nee, dat was geen optie want dan moesten ze weer door de woestijn heen. “Dat is veel te zwaar voor de kleine” zei de weduwe. En ze dacht daarbij: “en voor mij ook”.

De leider wilde net gaan vertellen dat ze de volgende dag zouden vertrekken toen er een oorverdovend lawaai klonk.  De kleine begon te huilen en de anderen schrokken zich dood. Wat was dat? Ze vluchtten met z’n allen in het huis van het jonge stel.
Totdat ze bekende stemmen hoorden. “Hallo, wij zijn het. Wees maar niet bang”

En toen zagen ze het.

      


De pinguïns zaten op een scooter met een vreemde mevrouw.  Om lekker stoer te doen reden ze nog een extra rondje.
De puber had zo’n vreselijke spijt dat hij niet mee gegaan was. Dat was nog eens een avontuur! En die mevrouw, wat was ze mooi!

 Toen de opwinding een beetje voorbij was zei de leider: ”Welkom mevrouw, laten we allemaal rustig gaan zitten. Wilt u een kopje thee?” En voor de tweede keer moest de serieuze pinguïn zijn theepot afstaan.
Ze gingen allemaal zitten en dronken thee. Natuurlijk moest de mevrouw de kleine zien. “Wat een schatje” zei ze, “hoe heet hij?”.  Daar hadden ze nog niet over nagedacht. “ Hij heet de kleine” zei de puber en iedereen keek een beetje beschaamd. Zou de mevrouw dat een gekke naam vinden? Maar ze zei: “wat een originele naam. Mooi hoor”.

De vrijgezellen deden niet mee met het theedrinken. Zij zaten stoer op de scooter alsof het hun eigendom was.

 Toen zei de leider: “nu zou ik graag het verhaal willen horen”

Wil je vorige afleveringen lezen? Klik dan op "oudere posts.