3. SERIEUZE GAAT NAAR DE STAD

De dag waarop serieuze zich al zo lang verheugd heeft, is aangekomen.
‘s Morgens komt de mevrouw met de scooter voorrijden en serieuze staat al klaar.
“Ben je naar de wc geweest”, vraagt de mevrouw, “want het is wel ver rijden hoor”.
  

Dan komt John met een mooie grote tas aanlopen. “Die mag jij hebben serieuze. Ik denk dat je hem goed kunt gebruiken. Neem je van alles wat je gaat bezichtigen folders mee, dan kun je die laten zien als je thuiskomt”. Serieuze knikt. Hij kan even niet praten zo ontroerd is hij door dit mooie cadeau van John. Wat was dat lief!

“Wil je een kussentje?” vraagt de weduwe.
“Goede reis, veel plezier, uitkijken met oversteken, niet verdwalen, blijf bij de mevrouw”, roepen de anderen.
En dan rijden ze weg. Serieuze zwaait nog even maar is dan blij dat ze eindelijk rijden.
Heerlijk gaat het. Het is een hele reis maar dat vindt hij geen enkel probleem.

   

En als ze dan eindelijk in de stad aankomen, kijkt hij zijn ogen uit. Hij had al wel foto’s gezien, maar dat het zo overweldigend zou zijn had hij niet gedacht. Zoveel drukte, zoveel lawaai.

Maar in het museum voor Oudheden en in de stadsbibliotheek was het heerlijk rustig. Wat veel boeken en wat veel mooie dingen om te bekijken, één dag was lang niet genoeg. Op de terugweg kan hij bijna niet meer praten van alle indrukken en van vermoeidheid. Hij wil wel altijd in de stad blijven.