vrijdag 16 oktober 2020

5. EEN HUIS!

   

En wat voor een huis! Fantastisch.
Midden in het bos, beschermd door dichte begroeiing. Heerlijk koel door het gebladerte en lekker veel frisse lucht door de open wanden. Een poeltje in de buurt om een duik te nemen en eindelijk eens schoon te spoelen. De stank die van de groep opsteeg was echt niet te harden! Maar nu nam de weduwe de leiding.
“Niemand mag het huis in voordat hij gezwommen heeft” riep ze op gebiedende toon. Het huis moet schoon en netjes blijven. “Ik ben al schoon” zei de puber die helemaal geen zin in een bad had. “Nee, je stinkt”. “Ik ruik helemaal niets” mopperde de puber terwijl hij zijn snavel in zijn oksel duwde, “echt niets hoor”.

Maar de weduwe was streng dus ging iedereen, ook de leider, eerst kopje onder.

 Wat een feest was het in het huisje. Ze bleven er een kleine week.
Ze vonden allerlei lekkers in het bos en na veel zeuren mochten ze de theepot van de serieuze pinguïn gebruiken. Heerlijk, al die kopjes thee.

’s Avonds maakten ze een kampvuur, vertelden verhalen van vroeger en moesten daarbij weer een beetje huilen. Maar dan dronken ze een kopje thee en zongen een paar vieze liedjes en de stemming zat er weer in.
Hier wilden ze altijd wel blijven. Maar dat was geen optie, zei de leider.

En dus, na een weekje, gingen ze uitgerust weer op weg.