1.WIE GINGEN ER MEE?

  De serieuze pinguïn. Na de eerste waarschuwingen voor een eventuele evacuatie had hij zijn rugzak al gepakt. Hij heeft goed nagedacht over wat hij nodig kon hebben en is op alles voorbereid.
Helaas is hij niet bereid om ook te delen.

       

De leider met de witte bontjas. Hij heeft de duurste jas, had de grootste plek op de schots en kan het hardst schreeuwen. Zijn vriend en assistent kijkt erg naar hem op en probeert hem te imiteren. Daarom heeft hij ook een lange jas. Maar zijn jas is van glansgaren. Ook wel chique, maar toch….

       

De puber. De evacuatie kwam voor hem volkomen onverwacht. Alle eerdere waarschuwingen waren hem ontgaan. Hij had het nooit koud. Als puber was hij met zijn gedachten bij hele andere dingen en daar kreeg hij het vanzelf warm van. Gelukkig had hij net die dag zijn muts, sokken en wanten aangedaan omdat zijn oma die voor hem gebreid had. En dat is nu het laatste aandenken dat hij aan haar heeft.

 

De weduwe. Een lief, sociaal wezen.
Hoewel zij zelf ook een groot verdriet geleden heeft is ze toch de steunpilaar voor vele anderen.
Vooral de puber neemt zij geregeld onder haar hoede.

   

Het jonge stel. Ze zijn nog niet zo lang bij elkaar en hebben een ei!  Daar zorgen ze om de beurt heel goed voor. Het zal niet lang meer duren voordat dit ei uitkomt.
Door een wonder zijn ze elkaar niet kwijtgeraakt tijdens de ramp en hebben ze zelfs hun ei weten te redden.
Eigenlijk zijn ze heel gelukkig maar dat durven ze niet echt uit te stralen. 

  

2 Vrijgezelle jongen mannen. Eerst waren ze mekaars concurrenten bij het zoeken naar vrouwtjes. Op sommige momenten stonden ze elkaar zelfs naar het leven! Maar nu de vrouwtjes er niet meer zijn blijken ze gewoon goede vrienden. Eigenlijk hebben ze best veel lol samen. Ze bedenken de gekste grappen maar durven ze nog niet uit te halen. De tijd voor plezier is nog niet aangebroken.