vrijdag 6 november 2020

DE KIKKERS ZIJN GEARRIVEERD

En weer is de hele straat uitgenodigd en zit iedereen klaar om de nieuwe bewoners te ontvangen. De vlaggetjes zijn opgehangen maar toch zit de stemming er niet in.
De mevrouw van het DOC wilde maar niet zeggen wie de nieuwe bewoners waren en dus konden ze geen lekker hapjes maken, geen vlaggetjes met welkom ???, en zich nergens op voorbereiden.

Ze hebben met allerlei strikvragen geprobeerd erachter te komen maar de mevrouw hield haar mond stijf dicht.

 

Dus wachten ze gelaten op wat komen gaat.
Maar leuk vind ze het niet.

Opeens roept de mevrouw: Daar komen de nieuwe bewoners.
Iedereen kijkt op en wat ze nu zien….. daar snappen ze helemaal niets van.

Een beetje angstaanjagend is het allemaal wel. 

 

Voorop loopt een hele grote kikkerman met iets heel groots in zijn armen. Daarachter loopt een kikkerjongetje dat een beetje angstig kijkt. En daar weer achter een grote kikkerjongen op een skatebord met een groot beeld voorop.
Een rare stoet, iedereen is er stil van.
 

 De mevrouw roept: “een groot applaus voor de nieuwe bewoners”.  Er wordt aarzelend geklapt en als de kikkers naar voren lopen doen de pinguïns een stap achteruit. Jemig, wat zijn die dieren groot! Wat zijn het eigenlijk, en wat hebben ze bij zich?

 

De mevrouw stelt ze voor: De grote kikkerman heet John, zijn oudste zoon heet Daan en de jongste zoon heet Finn.
Iedereen denkt: “en waar is de moeder?” Maar die vraag durft niemand te stellen.

 “Nu gaan we de woning bekijken” zegt de mevrouw.  De kikkers lopen naar boven met achterlating van het skatebord met het standbeeld en dat grote ding.

   

De pinguïns dringen naar voren om die dingen te bekijken. Nu die enge kikkers weg zijn durven ze dat wel. Ze snappen er nog steeds niets van.

 

In stilte lopen de kikkers naar boven en bekijken hun woning. Dan lopen ze weer naar beneden en halen het standbeeld en dat grote ding.
Dat zetten ze neer en dan gaan ze zitten. 

   

Alle dieren lopen zachtjes naar boven en dan snappen ze het: dat standbeeld is de moeder. Nog steeds durft niemand iets te vragen of te zeggen.
En de woning is zo saai en leeg. De meubels zijn wel mooi maar er is geen gezelligheid.
En dat kleinste kikkertje, zo zielig. Hij zit stilletjes met zijn capuchon op en zijn knuffeltje in zijn arm.
 

Iedereen is boos op de mevrouw en op elkaar.
Waarom was er geen gezellig bloemetje neergezet, waarom was er geen welkomstlied waarom waren er geen hapjes en lekkere drankjes.

Terneergeslagen gaat iedereen naar huis en de pinguïns gaan naar bed.

Dit hadden ze zich heel anders voorgesteld.