9. OP VERKENNING
Ze bleven een aantal dagen op deze plek maar toen begon iedereen toch weer onrustig te worden. De kleine was inmiddels wat groter en sterker geworden. Hij probeerde dapper grote stappen te nemen maar dan viel hij weer over zijn grote voeten. Iedereen schoot dan in de lach. Zelfs de serieuze pinguïn moest lachen. Daar werd iedereen stil van want ze hadden hem nog nooit horen lachen. Zelfs glimlachen deed hij maar zelden.
Het was zo gezellig met zo’n
kleintje erbij.
Toch moest er wat gebeuren.
Ze gingen naar de leider en
vroegen wat het plan was.
“Het plan?” zei de leider en
hij aarzelde en keek heel bedenkelijk.
“We gaan gewoon weer op weg”
zei hij resoluut. Laat iedereen zich gereed maken.
“Waar gaan we eigenlijk heen”
vroeg de puber.
“Nou eh, ik denk,
eh, als we eens naar het noorden
liepen?”
“Maar waarheen dan” vroeg de
puber weer.
Het werd doodstil in de
groep. Iedereen had zich weleens
afgevraagd waar ze nu eigenlijk op weg naar toe waren maar niemand had de vraag
durven stellen.
“Heb je een adres of een
postcode?” vroeg de puber, “dan vind we het wel hoor”.
“We kunnen toch gewoon hier
blijven”, zei het jonge stel. Wij vinden het hier fijn.
Maar ja, zij waren dan ook de
enige met een dak boven hun hoofd.
“Wij gaan wel op verkenning
uit” zeiden de vrijgezellen. Zij waren wel weer aan wat avontuur toe.
“Ga je mee, puber”, vroegen
ze.
“Ik wil liever bij de kleine
blijven” zei de puber.
“Dan ga ik wel mee,” zei de
serieuze pinguïn. De vrijgezellen keken elkaar aan. Daar hadden ze niet op
gerekend. Maar ze konden er ook niet
onderuit. Dus gingen ze op pad.
Ze bleven lang weg.
De leider en zijn assistent
waren al fluisterend aan het overleggen of ze de volgende ochtend weg zouden
gaan. Het werd kouder en ze hadden toch echt beter onderdak nodig.
Ondertussen begon de groep
herinneringen op te halen aan het huis in het bos. Hoe fijn het daar was en hoe
lekker ze daar konden zwemmen. Zouden ze daarheen terug gaan? Maar nee, dat was
geen optie want dan moesten ze weer door de woestijn heen. “Dat is veel te
zwaar voor de kleine” zei de weduwe. En ze dacht daarbij: “en voor mij ook”.
De leider wilde net gaan
vertellen dat ze de volgende dag zouden vertrekken toen er een oorverdovend
lawaai klonk. De kleine begon te huilen
en de anderen schrokken zich dood. Wat was dat? Ze vluchtten met z’n allen in
het huis van het jonge stel.
Totdat ze bekende stemmen
hoorden. “Hallo, wij zijn het. Wees maar niet bang”
En toen zagen ze het.
De pinguïns zaten op een
scooter met een vreemde mevrouw. Om
lekker stoer te doen reden ze nog een extra rondje.
De puber had zo’n vreselijke
spijt dat hij niet mee gegaan was. Dat was nog eens een avontuur! En die
mevrouw, wat was ze mooi!
Toen de opwinding een beetje
voorbij was zei de leider: ”Welkom mevrouw, laten we allemaal rustig gaan
zitten. Wilt u een kopje thee?” En voor de tweede keer moest de serieuze pinguïn
zijn theepot afstaan.
Ze gingen allemaal zitten en
dronken thee. Natuurlijk moest de mevrouw de kleine zien. “Wat een schatje” zei
ze, “hoe heet hij?”. Daar hadden ze nog
niet over nagedacht. “ Hij heet de kleine” zei de puber en iedereen keek een
beetje beschaamd. Zou de mevrouw dat een gekke naam vinden? Maar ze zei: “wat
een originele naam. Mooi hoor”.
De vrijgezellen deden niet
mee met het theedrinken. Zij zaten stoer op de scooter alsof het hun eigendom
was.
Toen zei de leider: “nu zou ik graag het verhaal willen horen”
Wil je vorige afleveringen lezen? Klik dan op "oudere posts.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten